vrijdag 28 september 2012

Seven Slowhands



Ik was op toernee met mijn eerste helemaal eigen band The Seven Slowhands. In het Amsterdamse Paradiso had ik een concert gehoord van gitarist Robert Fripp met zijn League of Crafty Guitarists en ik was diep onder de indruk van het geluid van al die akoestische gitaren bij elkaar. Ik weet nog dat ik naar buiten liep en bij mezelf dacht: daar moet ik iets mee; wat een geweldig idee, maar wat een flauwe en eenvormige muziek. Dat kan veel beter.
De maanden daarna schreef ik ruim een uur repertoire voor zeven gitaren, verzamelde ik gitaristen, regelde ik cd opnamen, concerten in Nederland en een grote toernee door Rusland, China, Mongolië en Indonesië.
Na concerten in Moskou, Irkutsk en Ulan Bator kwamen we met de trein aan in Peking. Voor mij was de cultuurshock iets minder dan voor mijn ensemble omdat ik al eerder in China was geweest als toerist.
Naast onze concerten moesten wij opdraven voor interviews, diners en excursies, maar ook bracht men ons naar diverse fabrieken. Ik had aangegeven dat wij workshops wilden geven aan Chinese gitaarstudenten. Dat leek mij leuk en ook voor ons interessant. Maar onze Chinese gastorganisatie had het anders begrepen en dus kregen wij rondleidingen lang de assemblagelijnen (de workshops) van sardientjes, limonade en accordionfabrieken. Men zag het als een blijk van solidariteit van zeven Hollandse gitaristen met de Chinese arbeiders. Op de dag dat de toenmalige Russische president Gorbachev een bezoek aan China bracht, zouden wij de Chinese muur bezichtigen. Ik wist dat er die dag een grote studentendemonstratie zou zijn die eindigde op het Tiananmen plein, en besloot van de excursie af te zien. Ik had de muur al eerder bezichtigd, en het leek me wel wat om een dagje alleen door Peking te dwalen met als doel het slot van de demonstratie.
Ik was precies op tijd om het plein vol te zien stromen met jonge Chinezen met spandoeken met voor mij onleesbare teksten. Er waren nogal wat bezitters van bakfietsen en al snel stond ik tussen andere toeschouwers bovenop zo’n bak.
‘you from the West, yes?’  merkte mijn buurman op.
‘Me from the West, yes!’ antwoordde ik vrolijk.
‘You know we not like people from the West in China?’
Nee dat wist ik niet.
‘You not afraid?’
‘Me Afraid?’
‘Yes, because maybe we lynch you.’ Het klonk nauwelijks dreigend, maar ze waren wel met veel.
Ik stond als enige westerling – voor zover ik kon zien dan – tussen misschien wel een miljoen enthousiaste en optimistische Chinese studenten die om meer democratie riepen. Het waren de eerste uren van een verblijf op het plein dat zou eindigen met militair ingrijpen en bloedvergieten.
Na een tijdje hield ik het voor gezien en bracht ik een bezoek aan de Verboden Stad, de voormalige keizerlijke paleizen, recht tegenover het plein. Vanwege de demonstratie was ik zo ongeveer de enige bezoeker. Ik hoefde niet te betalen en kon ongestoord overal in en uit lopen alsof ik figureerde in The Last Emperor van Bertolucci.
Op dat moment had ik nog geen idee van de historische betekenis van wat ik zojuist had bijgewoond. Ik vond het vooral spannend een dagje in mijn eentje door Peking te lopen.
Terug in Amsterdam schreef ik Robert Fripp een brief waarin ik trots verslag deed van onze toernee. ‘It seems your music has brought some changes into China, best wishes, Robert Fripp.’ was het antwoord.

2 opmerkingen:

  1. jemig wat eng.......
    zo vlakbij op het moment
    van die demonstraties
    op het plein
    van de hemelse vrede

    BeantwoordenVerwijderen